Beschrijving project (project is afgerond)
Probleem
Het project speelt in op de volgende problemen:
- De huidige productie en toedieningswijze van kunstmest gaat gepaard met vervluchtiging van ammoniak en lachgas hetgeen een substantiële milieubelasting betekent
- In de praktijk is er veel uit- en afspoeling van nitraat en over- en onderbemesting op kopakkers en langs slootkanten
- De onnauwkeurige bemesting levert een heterogeen grasgewas met een suboptimale voederwaarde, perceelsranden blijven onbenut, waardoor de veevoeding op de bedrijven onnodig veel gebruik moet maken van aangekocht krachtvoer
- De gangbare breedwerpige kunstmeststrooiers leveren verliezen op aan grasproductie, omdat brede stroken langs watergangen onbemest blijven
- De gangbare botanische samenstelling van de graspercelen in Gelderland levert ruwvoer op met een hoog fosfaatgehalte
Aanpak
- Jonge agrariërs uit het Rivierengebied gaan emissiearme precisiebemesting op grasland toepassen en de teelt van alternatieve rassen op de eigen/ouderlijke melkveebedrijven ter hand nemen.
- Daarbij staat een kringloop zonder uitspoelings- en emissieverliezen, CO2 reductie en verder ondernemerschap van jongeren centraal.
- Samen met studenten van de HAS worden per groeiseizoen onderzoeksvragen opgesteld en beantwoord. Over de resultaten en opgedane kennis wordt breed gecommuniceerd.
Eindresultaat
Door de uitvoering van bijeenkomsten en de actieve deelname van jonge boeren zijn de doelstellingen behaald. Uit de rapportage van studenten van de HAS den Bosch blijkt dat het milieu minder wordt belast door een meer adequate manier van bemesten. Daarnaast wordt zichtbaar dat melkveehouders in het Rivierengebied meer gras van hoge kwaliteit kunnen benutten, waarbij ook gebruik gemaakt is van reststromen uit de regio.
De jonge melkveehouders uit de regio zijn via de activiteiten nauw betrokken geweest bij het onderzoek op Hoeve Boveneind. Ze hebben op de proefvelden kennis opgedaan over de onderbenutting van graslandpercelen, onder andere door onnauwkeurige bemesting en bodemverdichting. Ook hebben ze geleerd over milieubelasting van niet-duurzame meststoffen en de botanische samenstelling van diverse grassoorten. Melkveehouders en studenten zijn met een “akkerbouw-bril” naar gras gaan kijken, waardoor ze hun werkwijze voor teelt en bemesting op een meer duurzame manier hebben ingericht.
Website: