Companion planten in consumptie aardappelen

Uitvoeringsperiode: 01-07-2022 t/m 31-12-2024
Regio: Landelijk
Status: Lopend

 

Probleem

We willen minder afhankelijk worden van kunstmest en chemische middelen en tegelijkertijd wel kwalitatief en kwantitatief voldoende product produceren. Dit ook nog terwijl de leefomgeving er het liefst op vooruit gaat. Belangrijk is om hierbij de teeltrisico’s niet of nauwelijks groter te laten worden. Er zal daarom veel kennis moeten worden ontwikkeld en waarnemingen moeten worden gedaan. Het te ontwikkelen groeimodel zal hier een grote rol in spelen

Aanpak

Tijdens het poten van de aardappelen worden tegelijkertijd vlinderbloemige en boekweit (companion planten) mee gezaaid. Companion planten (CP) zijn planten die niet gezaaid worden voor de oogst, maar vanwege andere voordelen. Ze zijn zowel voordelig voor het milieu als voor de groei en ontwikkeling van de aardappelen. Zo helpen ze bij het bestrijden van onkruid en andere plagen en verbeteren ze bodemvruchtbaarheid. De zaaidiepte moet dusdanig zijn, dat aardappelplanten en CP tegelijkertijd boven de grond komen. De onkruidbestrijding zal mechanisch moeten plaatsvinden, omdat bij gebruik van herbiciden de CP het niet overleven. De CP staan dus in de rij bij de aardappels en groeien tegelijkertijd op met de aardappelplanten. Zowel onder als boven de grond zullen ze elkaar versterken. Dit zorgt boven en onder de grond voor een hogere biodiversiteit en zal veel meer insecten aantrekken dan een monocultuur van aardappelen. Boekweit bloemetjes bevatten veel nectar en trekken daarmee vele bestuivers en andere insecten aan. Hierbij kan je denken aan: wilde bijen, honingbijen en zweefvliegen. Verder is het bekend dat boekweit een bepaald onderdrukkend effect heeft op plaaginsecten zoals luizen. Ook staat boekweit bekend als een goede onkruidonderdrukker. 

In de grond leggen de vlinderbloemigen met behulp van bacteriën (Rhizobium) stikstof vast die uit de lucht wordt gehaald. Deze stikstof komt weer ten goede aan de aardappelplanten en zal lijden tot een lagere kunstmest gift. Mycorrhizaschimmels, die aanwezig zijn in de bodem, leggen een link tussen de vlinderbloemigen en de aardappelplanten. De mycorrhizaschimmels bieden nog meer voordelen. Zo verkleinen ze ook de kans op ondergrondse aantasting door schadelijke aaltjes, bacteriën en andere ziekmakende schimmels en maken ze opname van andere nutriënten, naast stikstof, uit de bodem mogelijk. De plantenwortels van de 3 soorten (boekweit, vlinderbloemigen, aardappel) versterken elkaar, doordat ze elk een verschillende voorkeur voor samenwerking met het bodemleven hebben. 

De samenstelling van het CP mengsel zal worden aangepast naar de nieuwste inzichten en kennis. Tijdens het project wordt een groeimodel ontwikkeld, waarbij de bodemgesteldheid de basis is en de actuele weersgegevens voor fine-tuning zorgen. Gewasgroei moet zo beter te voorspellen worden en ook de beschikbaarheid van nuttige nutriënten. Via visuele en fysieke waarnemingen wordt het groeimodel verder gekalibreerd. 

Het te oogsten product wordt zorgvuldig bemonsterd op kwaliteit en kwantiteit. Hiervoor zal er op hetzelfde perceel ook een traditionele teelt van hetzelfde ras plaatsvinden, om tot een goed vergelijk te komen. Partijen worden apart van elkaar opgeslagen in aardappelkisten en beoordeeld tijdens het bewaarproces. Voortdurend worden groei, insectenpopulaties en ontwikkeling van onkruiden gemonitord. Daarnaast wordt met behulp van het weerstation continu op perceels-niveau gemeten wat de groeiomstandigheden zijn. 

De aardappelen zullen vermarkt worden via het supermarktkanaal met een duidelijke meerwaarde voor de gevolgde teeltwijze. Het concept van “Onze Markt” is hier uitermate geschikt voor en wordt middels partner PotatoNext ook beleverd. Binnen dit concept wordt de eerlijke prijs voor de boer gekoppeld aan prestaties die de boer levert op het gebied van duurzame teelt. De hogere teeltkosten komen op deze manier duidelijk in beeld en worden gecompenseerd in de keten en door de consumenten. 

Beoogd resultaat

Een toekomstbestendig, weerbare aardappelteelt door gebruik van companion planten. Hierdoor te werken zonder herbiciden en insecticiden omdat dit vanwege alle voordelen van de companion planten (vergroten boven- en ondergrondse biodiversiteit, onkruid- en plaagonderdrukking) niet meer nodig is. Alleen fungiciden worden nog toegepast, uiteraard zo min mogelijk, op basis van het te ontwikkelen groeimodel en monitoring. Tegelijkertijd wordt een reductie van kunstmest stikstof beoogd door het gebruik van stikstof bindende planten en meer organische mest, die in voorgaande jaren al is toegepast. Al met al worden er minder grondstoffen gebruikt en is de druk op de leefomgeving ook minder, terwijl de boer voldoende inkomsten behoudt.

Website: www.geduho.nl

Projectleider

Projectleider
Gertjan van Dueren den Hollander
Landbouwbedrijf Geduho
06-5427 8469

Partner(s)

Partner(s)
Van Iperen
Nedato B.V. = PotatoNext B.V.