Duurzame eiwittransitie

Uitvoeringsperiode: 01-01-2018 t/m 31-12-2020
Regio: NL-221 Veluwe
Status: Afgerond

Beschrijving project (project is afgerond)

Probleem

Diervoedergrondstoffen met eiwithoudende grondstoffen worden geïmporteerd, terwijl het mogelijk is om tot een zelfde benutting van mineralen en eiwitten te komen door lokale grondstoffen te kiemen. Daarmee wordt tegelijk ook mineralen- en mestoverschot aangepakt.

Aanpak

  • Het praktijkrijp maken van het kiemen van regionale geteelde eiwitrijke diervoedergrondstoffen zoals granen, erwten, veldbonen, lupine, en zonnebloempitten voor pluimveevoer.
  • De machine waarmee dit gebeurt, moet aangaande een aantal aspecten worden geoptimaliseerd. (Deze machine bevindt zich in Oostenrijk en wordt op kleine schaal gebruikt voor het kiemen van granen.)

Eindresultaat

Het beoogde resultaat van het project is het ontwikkelen van een procedé met uniek voorwerkingsproces waarmee de veehouder, op zijn eigen erf, van dierlijke mest een hoogwaardig samengestelde product ( ammoniumsulfaat/ ammoniumnitraat) kan produceren dat voor de akkerbouwer en de veehouder eenvoudig toepasbaar is in de bemesting van meerdere gewassoorten. Het procedé maakt gebruik van aanzienlijk minder hulpstoffen (logen) ten opzichte van andere (traditionele) verwerkingsinstallaties waardoor opschaling + de bijbehorende voordelen voor het milieu, de agrarische sector en klimaat een boost krijgt:

  • De nutrientbenutting werd duidelijk beter doordat tijdens het kiemproces fytase wordt gevormd, hierdoor wordt de fosfor(P) uit de tarwe veel beter benutbaar voor de leghen. Verder veranderd de aminozuursamenstelling van de tarwe, er ontstaan meer aminozuren die voor de leghen het eerst limiterend zijn. De groep leghennen die kiemen kregen gevoerd hadden een verhoogd dierwelzijn, dit hebben gemeten door de uitval per groep apart te registreren. De kiemgroep had 20 stuks uitval in de proefperiode en de controlegroep 62 stuks uitval in dezelfde periode. Doordat de leghennen door de fytase uit de kiemen de P uit tarwe beter kunnen benutten, hoeft er minder P aan het voer te worden toegevoegd. Vervolgonderzoek moet nog uitwijzen hoeveel de toevoeging van P kan worden verlaagd.
  • De fytase uit het kiemproces en het kiemproces op zichzelf zorgen ook voor een betere eiwitbenutting. Dit werd duidelijk in het onderzoek naar de bacteriesamenstelling in de blindedarm van de leghen. De leghennen die kiemen gevoerd krijgen hadden duidelijk minder bacteriën in de blindedarm die eiwit verteren, dit betekent dat bij deze groep er minder onverteerd eiwit in de blindedarm komt. Dit is een duidelijk teken dat de benutting van het eiwit (= stikstof) bij de dieren die kiemen gevoerd krijgen toeneemt. Doordat de N-benutting (=stikstof) toeneemt is er minder soja in het rantsoen van de leghen nodig. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of we met regionaal geteelde gekiemde veldbonen en lupine, soja helemaal kunnen vervangen. Het lijkt er wel op.
  • De granen die wij gebruikt hebben tijdens dit project zijn afkomstig uit Flevoland en de veldboon en lupine die we willen gaan inzitten worden ook in NL geteeld. Doordat bij kieming van diervoedergrondstoffen de benutting van N en P wordt verhoogd kan het voer voor de leghennen goedkoper worden. De dierprestaties verbeteren ook door minder uitval en een hoger legpercentage, bij onze testgroepen legde de kiemgroep tijdens de proefperiode gemiddeld 5% meer eieren.
  • De keten kan verkort worden doordat de akkerbouwer rechtstreeks bij de pluimveehouder kan leveren. Voor het kiemen van de diervoedergrondstoffen is geen extra voorbehandeling nodig, de grondstof bijv. tarwe wordt door ons rechtstreeks uit de graanopslag in Flevoland gekocht en bij ons in de graanopslag geleverd. Dus niet via de mengvoerfabriek, dit zorgt voor minder transportkilometers en de tarwe hoeft niet door de mengvoerfabriek hetgeen veel energie bespaart. Er zijn nog geen nieuwe rantsoeneisen voor leghennen bij gebruik van gekiemde tarwe omdat er nog meer herhalingen moeten plaatsvinden.
  • We hebben wel een duidelijke indicatie dat het toegevoegd P-gehalte duidelijk omlaag kan. Hiermee gaan wij de komende tijd samen met Reudink B.V. experimenteren. Hetzelfde geldt voor N. In het Thesis-rapport van Hellen Borren staan veel onderzoek resultaten en literatuur-onderzoek gegevens, deze gegevens verduidelijken veel over de voederwaarde van gekiemde tarwe maar voor andere diervoedergrondstoffen is nog weinig bekent. Reudink/For Farmers B.V. en WUR gaan hier verder onderzoek naar doen.

Website: De Lankerenhof – Biologische Pluimveehouderij

Projectleider

Projectleider
Chris en Marjanne Borren
Maatschap. C. Borren en M.J. Borren - Van Malenstein
0342-473337

Partner(s)

Partner(s)
Reudink Diervoeding B.V.