Projectbeschrijving (project is afgerond)
Probleem
Opgaven liggen er op het gebied van de wateropgaven in agrarische gebieden en het realiseren van een economisch sterke en duurzame landbouw. Om knelpunten op het gebied van water op te lossen is een intensieve samenwerking tussen het agrarische bedrijfsleven en de waterschappen nodig. Bijvoorbeeld op het gebied van verontreiniging van het water met te veel meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen, bodem en kringlopen, te veel dan wel te weinig water. Het project draagt bij aan de gestelde KRW doelen.
Aanpak
- Per ondernemer wordt een plan op maat gemaakt met de maatregelen en acties. Vervolgens worden de maatregelen (mits haalbaar en effectief) uitgevoerd
- Tijdens groepsbijeenkomsten worden de plannen met de grondeigenaren en het waterschap gezamenlijk uitgewerkt en op elkaar afgestemd. De plannen op maat worden gemaakt aan de hand van de individuele bezoeken op de bedrijven
- Uitvoeren van een viertal innovatieve onderzoeksprojecten op het terrein van maaisel toepassing, teeltvrije strook, gezamenlijk peilbeheer en duurzaam bodembeheer
Eindresultaat
Doelstelling zoals geformuleerd in het projectplan: "Het samenwerkingsverband stelt zichzelf ten doel om op innovatieve wijze samen te werken aan herinrichting en beheer van het watersysteem ten behoeve van landbouwkundig gebruik, waterkwantiteit, bodem en waterkwaliteit en klimaatbestendigheid. Zo draagt de landbouw op innovatieve wijze bij aan de opgaven op het gebied van klimaat, water en ecologie en wordt het gebied een voorbeeld voor de regio en binnen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en Mineral Valley Twente (MVT)."
In de afgelopen projectperiode hebben het waterschap, de ondernemers en Stimuland intensief samengewerkt aan een innovatief waterbeheer. Deze werkwijze heeft geresulteerd in een klimaatrobuust waterbeheer in het gebied Markelosebroek.
De samenwerking tussen waterschap en ondernemers is geïntensiveerd en daarmee als innovatief aan te merken. Kaders die voorheen strikt vastlagen op het gebied van oppervlaktewaterbeheer zijn losgelaten. Hierdoor is ruimte ontstaan voor een flexibel waterbeheer op microniveau. Weersomstandigheden, gebiedsomstandigheden en momentum van het jaar zijn nu leidend bij sturing in het waterbeheer. Zowel ondernemers als waterschap hebben geïnvesteerd in fysieke maatregelen en hebben daarmee instrumenten in handen om meer sturing te geven aan het waterbeheer in het gebied.
Ondersteund door metingen, de interpretatie van de vrijgekomen data en extern advies, is het kennisniveau op het gebied van waterbeheer op gebiedsniveau in relatie tot de bodem flink verbeterd. Door de effecten van de afstemming te duiden uit de reeksen metingen hebben de ondernemers en het waterschap geleerd om het watermanagement meer te plannen. Door de beschikbare data is het inzicht ontstaan, dat door het afstemmen en tijdig nemen van maatregelen veel meer en efficiënter invloed kan worden uitgeoefend op het bodemmanagement zonder extra inspanning of gebruik van externe hulpbronnen (denk aan energiekosten of verdamping van water). Dit komt de gewasgroei, mineralenhuishouding en het efficiënt watergebruik ten goede. Vooral in jaren van extreme weersomstandigheden biedt deze nieuwe werkwijze veel voordelen. De nadelige effecten van extreme weersomstandigheden worden sterk afgevlakt. Er is ook een relatie gelegd met de toestand van de bodem en hoe deze te verbeteren. Door het maken van afspraken met het waterschap over het maaibeleid en de inzet van vrijgekomen maaisel is een efficiënte werkwijze ontstaan, die bijdraagt aan de opbouw van een robuuste en meer klimaatbestendige bodem, waarin de ecologie in de bodem en het bufferend vermogen van de bodem naar een hoger plan worden getild.
