Projectbeschrijving
In de GLB-pilot Motiverend belonen in Salland onderzoekt Collectief Midden Overijssel (CMO) samen met boeren en hun omgeving naar wat boeren motiveert en belemmert om te werken richting GLB-doelen. CMO werkt hierbij samen met Stichting IJssellandschap, Landschap Overijssel, Kostbaar Salland en LTO Noord Salland.
Een belangrijke pijler binnen de pilot is het werken aan en experimenteren met een nieuwe motiverende beloningssystematiek waarmee een brede groep boeren in beweging komt richting de realisatie van GLB-doelen. Het beschikbare GLB-instrumentarium dient hiervoor als basis, aangevuld met een stapeling van beloningen van andere partijen. Dit vraagt om de ontwikkeling van een met voldoende flexibiliteit voor regionale invulling van doelen.
Probleem
In Nederland, en dat geldt ook voor Salland, hebben we te maken met een achteruitgang van biodiversiteit, druk op natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering. Boeren hebben een sleutel in handen om tot oplossingen te komen voor deze problemen. Boeren staan momenteel echter onder grote financiële en mentale druk. Er wordt weinig verdiend en de samenleving uit zich steeds kritischer over de sector. Het ontbreekt aan een motiverend beloningsmodel dat ervoor zorgt dat de druk hanteerbaar wordt en boeren de ruimte krijgen om te werken aan oplossingen voor de geschetste problemen. Het GLB en haar vergoedingen kunnen daar in beginsel een belangrijke basis voor vormen, maar de huidige opzet van het GLB leidt tot op heden niet tot een maatschappelijk gewenste kringlooplandbouw.
Aanpak
In het project worden de verschillende GLB-doelen op het gebied van biodiversiteit, water, klimaat, bodem en landschap via een gebiedsgericht aanpak samen met boeren en gebiedspartijen zoals de gemeenten, provincie en het waterschap in beeld gebracht en op kaart gezet (gebiedsplannen). Er wordt vooraf, gedurende en na afronding van het project vooral veel gesproken met boeren over de kansen en knelpunten die zij ervaren om zich in te zetten voor het bijdragen aan de realisatie van verschillende GLB-doelen. Vanuit deze basis worden maatregelen op zowel bouwland en grasland uitgewerkt waarmee geëxperimenteerd wordt op boerenbedrijven hoe en in welke mate deze bijgedragen kan worden aan de GLB-doelen. Hierbij wordt zowel naar de praktische inpasbaarheid als naar de financiële impact van de (beoogde) maatregelen op bedrijfsniveau gekeken. Via keukentafelgesprekken, bijeenkomsten en veldbezoeken worden boeren geïnformeerd en is er volop mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen en ook onderling van elkaar te leren. Er worden gegevens verzameld over motivaties en belemmeringen en de nutriëntenkringloop op een bedrijf. Vrijwilligers monitoren het voorkomen en de aantallen vlinders en broedvogels op de deelnemende bedrijven.
In het project wordt ook onderzocht wat potentiële belonende partijen motiveert om te belonen voor GLB-doelen en welke randvoorwaarden ze hierbij hebben. Beloningen kunnen daarbij uit andere zaken bestaan dan geld. Ook toegang tot grond, toegang tot een specifieke markt, experimenteerruimte en waardering en status kunnen interessante beloningen zijn.
Resultaat
Het beoogde resultaat van dit project is dat er meer inzicht verkregen wordt in wat boeren motiveert en belemmert om te werken aan GLB-doelen en inzicht in wat belonende partijen motiveert en belemmert om te belonen voor GLB-doelen en welke randvoorwaarden ze hierbij hebben. Deze inzichten, gecombineerd met de uitkomsten van de experimenten en de monitoringsresultaten, vormen de basis van het uiteindelijke advies aan het Ministerie van LNV om het nieuwe GLB zo in te richten dat de boeren gemotiveerd raken om de maatregelen te implementeren in de bedrijfsvoering.
Website