Uitdaging
In de Veenkoloniën zien we sinds een aantal jaren een toename van “hoge” besmettingen met aardappelmoeheid. Dit wordt niet alleen gevonden na de teelt van vatbare of laag resistente rassen. Op meerdere bedrijven loopt de populatie ook tijdens de teelt van een hoog AM-resistent ras op. Als dit niet tijdig wordt ontdekt en aangepakt is het hierna erg lastig om de hoge nieuwe populatie weer naar een niet schadelijk niveau te brengen.
Aanpak
Het doel van het project is om de reeds aanwezige kennis over het beheersen van aardappelmoeheid te delen met telers en nieuwe kennis en ervaringen met de “nieuwe” AM populaties te vergaren en te delen. Met deze kennis en ervaring moet de ontwikkeling van verschillende nieuwe populaties zoveel mogelijk op perceelsniveau worden beperkt. Eerst wordt per perceel de AM situatie in beeld gebracht. Aan de hand van de beschikbare kennis wordt advies gegeven over de juiste vervolgstappen. Dat kan gaan over rassenkeuze, tolerantie, bemonstering, rassenkeuzetoetsen, bodemleven, organische stof voorziening en andere aanvullende maatregelen. Tijdens het project zal deze advisering door toename van informatie van de percelen specifieker worden. Uiteindelijk kunnen virulente populaties alleen met aardappelrassen met bredere resistenties tegen deze specifieke populaties goed worden bestreden.
Eindresultaat
Het probleem dat AM in de veenkoloniën momenteel niet goed in beeld is, wordt met dit project duidelijk bij de telers gebracht. Door per teler de percelen qua AM besmetting in beeld te brengen worden ze zich meer bewust van het ontbreken van bemonsteringsinfo. Ook worden de percelen met een toename van de AM-besmetting na een resistent ras op deze manier duidelijk visueel in beeld gebracht. Aan de hand van deze inventarisatie wordt een plan van aanpak gemaakt, waarbij de rassenkeuzetoets een belangrijke eerste stap is.
In het project zijn veel rassenkeuzetoetsen uitgevoerd, op deze percelen worden de komende jaren nu grotendeels de geadviseerd rassen uitgepoot. Deze percelen willen we zoveel mogelijk in de komende jaren volgen. We adviseren telers om hier aaltjes monsters uit te nemen, zodat we deze kennis in het advies systeem kunnen meenemen. Dit jaar zijn er ook weer ruim 70 grote rassenkeuzetoetsen ingezet, met meerdere bijzondere en nieuwe rassen. We hebben telers bewust gemaakt van wat aardappelmoeheid kan doen en ze bedrijfsbrede overzichten en adviezen gegeven.
Concreet:
- De ontwikkeling van virulente AM populaties in de Veenkoloniën is in beeld gebracht.
- De aardappelmoeheidsproblematiek wordt zoveel mogelijk beheerst door maximale inzet van biologische maatregelen gericht op het behoud en versterking van bodembiodiversiteit.
- Rassen met hoge resistentie tegen virulente populaties worden sneller ontwikkeld en op de meest virulente percelen toegepast.
- Akkerbouwers zijn begeleid en getraind op basis van alle beschikbare kennis
- Innovatieve systemen en hulpmiddelen voor bemonstering gericht op het opsporen en volgen van nematoden populaties zijn ontwikkeld en gedemonstreerd
