Vogels en voorspoed Fryslân

Uitvoeringsperiode: 01-12-2018 t/m 28-02-2021
Regio: NL-122 Zuidwest-Friesland
Status: Afgerond

Projectbeschrijving (project is afgerond)

Probleem

Het aantal weidevogels is de afgelopen decennia sterk afgenomen. De focus van dit project is om oplossingen vanuit weidegang te zoeken die zowel weidevogels als boeren wat brengen. Weidegang neemt af, dit is niet gewenst vanuit zowel ecologisch als maatschappelijk perspectief. Bovendien geeft weidegang belangrijke aangrijpingspunten voor biotoopverbetering door het creëren van een goede mozaïek voor weidevogels.

Aanpak

  • Inzicht krijgen in de interactie tussen weidevogels en beweiding door monitoring op praktijkbedrijven
  • Onderzoek naar het effect van beweiding (tov maaien en beheersland) op de graslandstructuur (dekking en doorwaadbaarheid voor kuikens) en de voedselvoorziening (mn insecten) voor weidevogels en hun kuikens door monitoring op praktijkbedrijven
  • Uittesten van potentiële beheersmaatregelen op praktijkbedrijven: vaststellen van effect op condities voor weidevogels en inpasbaarheid in de bedrijfsvoering
  • Vertaling van deze bevindingen in de vorm van voorstellen voor pakketaanpassingen en handleidingen

Eindresultaat

Beweiding kan op verschillende manieren een positieve bijdrage leveren aan de randvoorwaarden (structuur, voedsel en rust) van weidevogelbeheer

  • Structuur: § Door beweiding ontstaan er verschillende groeitrappen en grashoogtes tussen verschillende percelen (mozaïekbeheer). Beweiding is daarmee een belangrijke aanvulling op percelen met zware beheerpakketten met uitgestelde maaidatum variërend van 1 tot 15 juni. Zeker op voedselrijke percelen en in groeizame voorjaren is het gewas op deze percelen eind mei vaak al te hoog en te dicht en daarmee niet meer geschikt voor kuikens. Daarnaast wordt voor halverwege juni het merendeel van de percelen met een uitgestelde maaidatum gemaaid. Hierdoor bestaat de kans dat er halverwege juni te weinig kuikenland beschikbaar is voor kuikens die op dat moment nog niet vliegvlug zijn. Door het sturen met beweiding kan juist in die periode alternatief kuikenland worden ontwikkeld. § Verschillende weidevogels gebruiken graag beweide percelen: door de lage vegetatie op begraasd grasland kunnen kuikens zich makkelijk door het weiland bewegen, terwijl de mestbossen goede dekkingsmogelijkheden bieden tegen predatie. § Aandachtspunten: risico op te kort gras bij trage groei of hoge beweidingsdruk
  • Rust: § Beweide percelen hoeven niet te worden gemaaid, waardoor er minder kuiken (en nest) verliezen optreden § Koeien en jongvee schrikken predatoren af § Aandachtspunten: verstoring tijdens aankomst/ broedfase.
  • Voedsel: § Mestflatten vormen een broedplaats voor wormen, vliegen en kevers, belangrijk voedsel voor weidevogels en hun kuikens. Het lopen van koeien en jongvee zorgt ook voor het omhoog komen van wormen die daardoor een makkelijke prooi zijn voor vogels. § Er zijn in dit onderzoek geen positieve effecten van beweiding op de hoeveelheid insecten gemeten op perceel niveau (meetmethodiek).

Succesfactoren voor inzet beweiding voor weidevogelbeheer zijn met name:

  • Communicatie en afstemmen met nazorger / mozaïekregisseur.
  • Nesten beschermen, bij voorkeur met (stroom) draadje rondom cluster van nesten.
  • Waardeer rommeligheid: mestbossen en lange randen bieden goede dekkingsmogelijkheden. Bij het inzetten van beweiding voor weidevogelbeheer kan er met de volgende factoren worden gevarieerd:
  • Locatie: Op of juist rondom de beheerpercelen.
  • Timing: vroeg (voorweiden), na de aankomstperiode of gedurende het hele seizoen.
  • Veedichtheid / intensiteit
  • Beweidingssysteem

Op basis van deze factoren zijn er vijf “vormen van beweiding” ter ondersteuning van weidevogelbeheer gedefinieerd: Voorweiden (met rustperiode), extensief weiden, uitgesteld weiden, weiden met rustperiode en doorweiden. Voor een aantal van deze vormen bestaat al een vergoeding in de vorm van een weidevogelpakket (GLB), andere sluiten goed aan op bedrijfsvoering en kunnen met relatief weinig inspanning worden gerealiseerd.

Weidevogelgericht beweiden kan op de volgende manieren worden gestimuleerd:

  • Voorlichting & afstemming: goed contact van veehouder met de nazorger en gebiedsregisseur (mensen in het veld) zijn van groot belang. Ook kan een weidecoach een rol spelen.
  • Vergoedingen: Waar de inzet van beweiding ten dienste van weidevogelbeheer extra inspanningen vereist of resulteer in opbrengst of kwaliteitsverliezen is het belangrijk dat hier een vergoeding tegenover staat: Naast de reeds bestaande beheerpakketten m.b.t. beweiding (Extensief weiden, Voorweiden) verdient de inzet van kuikenvelden een bredere toepassing. Daarnaast zijn er nieuwe pakketten nodig om uitgesteld weiden en doorweiden te stimuleren.
  • Flexibiliteit blijft een belangrijk punt in de aantrekkelijkheid voor boeren om zich te committeren aan pakketten

website: Beweiding en weidevogelbeheer (louisbolk.nl)

Projectleider

Projectleider
Nyncke Hoekstra
Louis Bolk Instituut
0343-523860

Partner(s)

Partner(s)
Collectieven Noardlike Fryske Wâlden, It Lege Midden, Agrarisch Collectief Waadrâne, Coöperatieve vereniging Súdwestkust
Melkveehouderij Andela-Prins
Melveehouderij de Boer–Prins